Coercitief veld
Wat is een coercitief veld? Wat is de coercitieve veldsterkte?
Het coercitieve veld verwijst naar een bepaalde magnetische veldsterkte, die nodig is om een permanente magneet te demagnetiseren. Dit gebeurt, wanneer een permanente magneet wordt ingebracht in een omgekeerd gepolariseerd magneetveld met de coercitieve veldsterkte Hc. Er zijn twee soorten coercitieve veldsterktes. Het coercitieve veld bHc, dat in absolute waarde lager is, compenseert het veld van de permanente magneet. Na uitschakeling is ernog magnetisatie, dus remanentie, meetbaar. De hogere coercitieve veldsterkte jHc demagnetiseert daarentegen de permanente magneet, zodat die na het uitschakelen van het tegenveld opnieuw moet worden gemagnetiseerd.Inhoudsopgave
Een gemagnetiseerd ferromagnetisch
materiaal kan op verschillende manieren worden gedemagnetiseerd.
Bijvoorbeeld door sterke slagen op het materiaal of door hitte.
Demagnetisatie vindt echter ook plaats in een extern tegengesteld magnetisch veld.
De tegenveldsterkte, die nodig is voor demagnetisatie, wordt de coërcitieve veldsterkte genoemd.
Experimentele toetsing van het coërcitieve veld
Om deze bewering experimenteel te toetsen, moet men een ferromagnetisch materiaal eerst magnetiseren. Hiervoor kan men een ijzerhoudend materiaal, bijvoorbeeld een schroef, tussen de noordpool en de zuidpool van twee permanente magneten houden, waarna deze dan voorzichtig in allebei de richtingen van de schroef worden weggetrokken. De schroef wordt hierdoor gemagnetiseerd en werkt vervolgens bijvoorbeeld op spelden magnetisch aantrekkend.De magnetisatie van de schroef gaat verloren, wanneer deze sterk wordt verwarmd of hevig wordt geschud (bijv. door harde slagen met een hamer). Een andere mogelijkheid om de schroef te demagnetiseren is door deze bloot te stellen aan een tegengesteld gepolariseerd magnetisch veld. Dit moet de sterkte hebben van de zogenaamde coërcitieve veldsterkte. Wanneer de schroef is gedemagnetiseerd, doordat de kop van de schroef in contact stond met de noordpool van een permanente magneet, de punt daarentegen contact met de zuidpool had, dan kan de schroef worden gedemagnetiseerd, door hem bloot te stellen aan een zwakker en in tegengestelde richting gemagnetiseerd magnetisch veld. Hierbij moet de kop van de schroef contact hebben met de zuidpool van een permanente magneet en de punt van de schroef met de noordpool, dus precies omgekeerd aan de magnetisatie. Als men voor de demagnetisatie magneten zou gebruiken, die zo sterk zijn als de magneten, die voor de magnetisatie werden gebruikt, dan zou de schroef opnieuw worden gemagnetiseerd, maar nu met omgekeerde polen.
De relatie tussen de magnetische fluxdichtheid B
binnenin de schroef en een extern magneetveld H
is zeer complex.
Hij wordt beschreven door de zogenaamde hysteresecurve,
waarij het rode deel van de curve de relatie tussen B
en H
bij een nog volledig ongemagnetiseerd materiaal toont (zie afbeelding 1).
De magnetische flux neemt op een gecompliceerde manier toe met het externe magnetische veld H, totdat een magnetische flux BS wordt bereikt, waarbij alle magnetische momenten evenwijdig zijn uitgelijnd. Men spreekt daarbij van de magnetische verzadiging en de verzadigingsveldsterkte BS, zelfs als het genoemde punt BS eigenlijk een verzadigde magnetische flux beschrijft.
Wanneer het externe veld wordt uitgeschakeld, keert de magnetische flux binnenin het monster niet weer terug naar nul, maar er blijft een remanentie BR achter. De remanentie van de sterkte BR blijft precies dan over, wanneer het materiaal eerder aan de verzadigingsfluxdichtheid BS was blootgesteld. Deze fluxdichtheid heeft alle magnetische momenten in het materiaal uitgelijnd.
Hoe meet men de coërcitiviteit?
De coërcitiviteit (Hc) is een maat voor de weerstand van een magnetisch materiaal tegen demagnetisatie. Deze wordt bepaald door middel van een hysteresemeting (zie afbeelding 1). Het materiaal wordt blootgesteld aan een extern magnetisch veld waarvan de sterkte geleidelijk wordt verhoogd en vervolgens weer tot nul wordt teruggebracht. De coërcitiviteit komt overeen met de magnetische veldsterkte waarbij de magnetisatie van het materiaal tot nul daalt. Deze waarde is op de hysteresecurve afleesbaar als het snijpunt van de curve met de horizontale as, waarbij de magnetisatie nul is (in afbeelding 1 is dit snijpunt met Hc gemarkeerd).Een experimentele opstelling voor de meting van de hysteresiscurve omvat typisch een monster van het te onderzoeken materiaal, een spoel voor het opwekken van het magnetische veld, een magnetometer voor het meten van de magnetisatie van het monster en een besturingssysteem dat het externe magnetische veld varieert.
Het monster wordt in de spoel geplaatst en het besturingssysteem verhoogt stapsgewijs de stroomsterkte door de spoel, verandert de richting van de stroom en vermindert deze weer om een cyclisch magnetisch veld te genereren.
De magnetisatie van het monster wordt continu gemeten en in relatie gebracht tot het aangelegde magnetische veld om de hysteresiscurve te maken (figuur 2).
Figuur 2 toont een experimentele opstelling voor de meting van de coërcitiviteitssterkte. Eerst wordt een spanning U aangelegd en daardoor wordt de stroom I door de spoel geleidelijk verhoogd. Dit leidt tot een magnetische fluxdichtheid B, die het ferromagnetische materiaal in de spoel magnetiseert en een magnetisch veld H veroorzaakt, dat met een Hall-sonde kan worden gemeten. Wanneer de spanning U naar nul wordt gedraaid, vloeit er geen stroom meer door de spoel en is de externe fluxdichtheid B nul. De resterende gemeten veldsterkte Hc op de Hall-sonde is dan de coërcitieve veldsterkte (zie figuur 1).
Verschil tussen de coërcitieve veldsterktes bHc en jHc
Om de magnetische fluxdichtheid binnenin het materiaal volledig te laten verdwijnen, moet men een extern magnetisch veld met de coërcitieve veldsterkte Hc aanleggen.Er wordt daarbij onderscheden tussen twee verschillende coërcitieve veldsterktes:
- De coërcitieve veldsterkte bHc is de coërcitieve veldsterkte van de fluxdichtheid.
- De coërcitieve veldsterkte jHc, die wordt aangeduid als de coërcitieve veldsterkte van de magnetisatie (of de magnetische polarisatie).
Dit wordt hier onderstaand nader toegelicht:
Wanneer een gemagnetiseerd materiaal (kortweg: magneet) wordt blootgesteld aan een veldsterkte van bHc, verdwijnt de magnetische fluxdichtheid in de magneet. Binnenin de magneet is de magnetische fluxdichtheid dan nul. Echter, dit is alleen omdat de resterende magnetisatie juist wordt gecompenseerd door het externe tegenveld. Beide velden heffen elkaar binnenin op. Het materiaal zelf is dus nog steeds magnetisch. Dit merkt men meteen wanneer het externe tegenveld weer wordt uitgeschakeld. Het materiaal blijft dan nog steeds magnetische krachten uitoefenen.
Wanneer de externe veldsterkte wordt verhoogd tot jHc, dus wanneer het tegenveld in sterkte toeneemt, wordt de magneet permanent gedemagnetiseerd.
In bovenstaande afbeelding 1 is als Hc de veldsterkte bHc weergegeven. De magnetische fluxdichtheid B binnenin de magneet is alleen nul zolang bHc wordt geappliceerd. De permanent demagnetiserende veldsterkte jHc is niet weergegeven en is qua grootte groter dan bHc. Deze coërcitieve veldsterkte van de magnetisatie jHc compenseert niet alleen het magnetisch veld van de uitgelijnde atomaire spins in het materiaal, maar leidt ook tot een opheffing van de stabilisatie van de spinoriëntatie door de uitwisselingsinteractie. De magnetische veldsterkte binnenin de magneet is bij tegenvelden groter dan bHc niet nul, maar heeft een bepaalde grootte. Deze is echter tegengesteld aan de uitgelijnde atomaire spins en probeert deze om te keren. Bij jHc kan het magnetisch veld de uitwisselingsinteractie overwinnen en dit leidt daadwerkelijk tot het omkeren van de atomaire spins. Het materiaal is daarmee gedemagnetiseerd. Bij een verdere stijging van de magnetische veldsterkte vindt er een nieuwe uitlijning van de atomaire spins plaats in omgekeerde richting. Er kan een nieuwe magnetisatie worden vastgesteld, echter met omgekeerde magnetische polarisatie, dus met omgekeerde polen in vergelijking met de oorspronkelijke poling van de magneet.
Auteur:
Dr. Franz-Josef Schmitt
Dr. Franz-Josef Schmitt is natuurkundige en de wetenschappelijke leider van het natuurkundepracticum voor gevorderden aan de Martin-Luther-Universiteit Halle Wittenberg. Hij werkte van 2011 tot 2019 aan de Technische Universiteit en leidde diverse onderwijsprojecten en het scheikundeprojectlab. Zijn onderzoek richt zich op tijdgeresolveerde fluorescentiespectroscopie van biologisch actieve macromoleculen. Hij is ook algemeen directeur van Sensoik Technologies GmbH.
Dr. Franz-Josef Schmitt
Dr. Franz-Josef Schmitt is natuurkundige en de wetenschappelijke leider van het natuurkundepracticum voor gevorderden aan de Martin-Luther-Universiteit Halle Wittenberg. Hij werkte van 2011 tot 2019 aan de Technische Universiteit en leidde diverse onderwijsprojecten en het scheikundeprojectlab. Zijn onderzoek richt zich op tijdgeresolveerde fluorescentiespectroscopie van biologisch actieve macromoleculen. Hij is ook algemeen directeur van Sensoik Technologies GmbH.
Het auteursrecht op de complete inhoud van het compendium (teksten, foto's, afbeeldingen etc.) ligt bij de auteur Franz-Josef Schmitt. Het exclusieve gebruiksrecht van het werk ligt Webcraft GmbH, Zwitserland (als exploitant van supermagnete.de). Zonder uitdrukkelijke toestemming van Webcraft GmbH mag de inhoud noch worden gekopieerd, noch op andere wijze worden gebruikt. Uw suggesties ter verbetering of uw lof aangaande het compendium stuurt u alstublieft per e-mail aan
[email protected]
© 2008-2025 Webcraft GmbH
© 2008-2025 Webcraft GmbH